Op 14 mei 2019 is het Wetsvoorstel kwaliteitsborging voor het bouwen (hierna: “de Wkb”) aangenomen door de Eerste Kamer. Op 18 april 2016 heeft de Minister voor Wonen en Rijksdienst (Minister Stef Blok) de Wkb ingediend bij de Tweede Kamer, teneinde een verbetering van de bouwkwaliteit te bewerkstelligen. De Wkb is op 21 februari 2017 aangenomen door de Tweede Kamer en thans door de Eerste Kamer.
Verschuiving van verantwoordelijkheid
In plaats van de gemeentelijke papieren toetsing van het bouwplan komt er een (onafhankelijke private gecertificeerde) kwaliteitscontroleur die het bouwplan toetst op risico’s en op de bouwplaats controleert of het werk aan alle bouwvoorschriften voldoet. De gemeente kan zo nodig handhavend optreden.
Verhoging aansprakelijkheid
Consumenten krijgen een betere bescherming als na oplevering van een bouwwerk gebreken worden ontdekt. Dat komt door het aanscherpen van de wettelijke aansprakelijkheid van de aannemer. De aannemer is aansprakelijk voor gebreken die niet bij oplevering zijn ontdekt, tenzij de gebreken niet aan de aannemer zijn toe te rekenen. De aannemer kan niet langer volstaan met het verweer dat de consument het gebrek had moeten ontdekken bij de oplevering van het bouwwerk.
Inwerkingtreding
De Wkb treedt stapsgewijs in werking en geldt vanaf 1 januari 2021 eerst voor bouwwerken in de laagste risicoklasse (denk bijvoorbeeld aan eengezinswoningen). De Woningwet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Burgerlijk Wetboek zullen in verband met de invoering van de Wkb worden gewijzigd.