Het Programma Aanpak Stikstof (PAS) is gesneuveld, weinigen zal dat zijn ontgaan. Al geruime tijd is het PAS dagelijks in het nieuws. Wat hield het PAS eigenlijk in en hoe moet het nu verder? In het hiernavolgende zetten wij de PAS-perikelen op een rijtje:
Wat is het PAS?
Het PAS is in 2015 in het leven geroepen omdat wij in Nederland last hebben van te veel 'stikstofdepositie'. Er daalt te veel stikstof neer op natuurgebieden, die wij juist moeten beschermen. Deze natuurgebieden zijn beschermd en in kaart gebracht als 'Natura 2000'-gebieden en daarmee beschermd. Het betreffen veelal gebieden die gevoelig zijn voor stikstof. Van de stikstof die neerdaalt op deze gebieden is zo'n 42% afkomstig uit de landbouw, zo'n 27% afkomstig van verkeer en industrie en 31% afkomstig uit het buitenland.
Teneinde de hoeveelheid stikstof die uitgestoten wordt te beperken, heeft de regering het PAS bedacht. Het PAS houdt in dat er herstelmaatregelen worden getroffen voor de aangetaste natuurgebieden en dat er mogelijkheden worden gecreëerd om economische ontwikkelingen die leiden tot stikstofdepositie doorgang te laten vinden. Dit voelt tegenstrijdig, doch het uitgangspunt was dat de herstelmaatregelen waarin het PAS voorzag en de maatregelen die buiten het PAS om al werden genomen om de uitstoot van stikstof te beperken tot een daling van de stikstofdepositie zouden leiden. Deze daling bood de mogelijkheid om economische ontwikkelingen die leiden tot stikstofdepositie toch plaats te laten vinden. Dat alles leidde dan tot 'een beetje minder daling', maar toch nog een daling dus. In feite nam men hiermee een voorschot op de resultaten van toekomstige maatregelen. Met dit systeem in het achterhoofd verleende de overheid vele vergunningen voor activiteiten die tot stikstofdepositie leiden. Tot deze vergunningen behoorden vergunningen aan veehouderijen.
Wat vond de Afdeling bestuursrechtspraak hiervan?
De Stichting Werkgroep Behoud de Peel vond dat het hiervoor beschreven systeem niet deugde en stelde beroep in tegen het verlenen van een aantal vergunningen aan veehouderijen in het Peelgebied. Zodoende diende de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State zich uit te spreken over het systeem, met name het PAS, dus. De stichting stelde dat het PAS in strijd was met de Europese Habitatrichtlijn. De Afdeling twijfelde en verzocht het Europees Hof van Justitie om een aantal vragen over het PAS en de Habitatrichtlijn te beantwoorden. Dat heeft het Europees Hof op 7 november 2018 gedaan. Vervolgens kwam de Afdeling bestuursrechtspraak op 29 mei 2019 tot de conclusie dat het PAS niet verenigbaar is met de Habitatrichtlijn omdat de positieve gevolgen waarmee wordt gerekend bij het toestaan van nieuwe activiteiten die tot stikstofdepositie leiden, niet op voorhand vaststaan. Dat betekent dus de vernietiging van de vergunningen waartegen de stichting beroep had aangetekend en het einde van het PAS.
Hoe nu verder?
Het PAS kan dus niet meer als basis dienen voor de verlening van vergunningen voor economische ontwikkelingen die leiden tot stikstofdepositie. De vergunning kan pas worden verleend als de aanvrager heeft aangetoond dat er geen stikstofdepositie in 'Natura 2000'- gebieden plaats vindt. Nu overal in Nederland dergelijke 'Natura 2000'-gebieden te vinden zijn, is dat moeilijk. Er zijn in Nederland zo'n 160 'Natura 2000'-gebieden, verspreid over het gehele land. Datzelfde gold voor de vaststelling van bestemmingsplannen, die nieuwe ontwikkelingen mogelijk moesten maken. Kortom, min of meer paniek. De regering heeft vervolgens het adviescollege van Remkens verzocht om advies uit te brengen. Dat is gebeurd, dit college adviseerde om 'drastische maatregelen te nemen teneinde de stikstofuitstoot omlaag te brengen'. Daarbij denkt het college onder andere aan snelheidsbeperkingen in het verkeer nabij de natuurgebieden en gerichte maatregelen met betrekking tot de veehouderij. Ook de industrie en de bouw moeten meewerken en onder meer door innovatieve technieken minder stikstof gaan uitstoten.
De vergunningverlening voor bouwprojecten ligt echter grotendeels stil. Bestuursorganen verlenen geen vergunningen meer nu het 'kader', het PAS is weggevallen. Volgens Bouwend Nederland is er ruim 4,4 miljard euro aan omzet gemoeid met de projecten die nu nog stilliggen. Haast is geboden.
Het kabinet koos ervoor om de advisering van het adviescollege van Remkens op te volgen en tevens om de 'AERIUS-Calculator', een meetinstrument dat wordt gehanteerd om te kunnen bepalen hoe groot de stikstofdepositie van een project is, aan te passen. De kabinetsplannen werden op 4 oktober 2019 gepresenteerd. De plannen voorzien in een 'Beslisboom', een stappenplan aan de hand waarvan kan worden vastgesteld of vergunningverlening onder het thans geldende regime van de Wet natuurbescherming mogelijk is. Deze 'Beslisboom' is gepubliceerd op de website van de Rijksoverheid.
Bovendien heeft de Rijksoverheid een helpdesk ingericht: de helpdesk BIJ12. Deze helpdesk is het eerste aanspreekpunt voor burgers, agrariërs en ondernemers die vragen hebben over stikstof, de toepassing van het nieuwe beleid bij toestemmingsverlening en de AERIUS Calculator. Het valt nog te bezien hoe het hanteren van het model in de praktijk uitpakt. Met name vergunningverlenende instanties, voornamelijk de provincies, zullen voorzichtig zijn met het verlenen van nieuwe vergunningen. Kortom, het zal nog wel even duren voordat de vergunningverlening weer op niveau is. Voor kleinschalige bouwprojecten, projecten die alleen tijdelijk stikstof uitstoten of verder weg liggen van een Natura 2000-gebied, mogen overheden (veelal gemeenten) wel weer toestemming gaan geven. Voorwaarde is wel dat uit een ecologische beoordeling blijkt dat de emissies geen Natura 2000-gebied aantasten.
Mocht u naar aanleiding van dit artikel vragen hebben of nadere informatie wensen, neem dan gerust contact op met Wim Braams.