Op 29 mei 2019 is het Programma Aanpak Stikstof (PAS) met een dikke streep doorgehaald door de Raad van State. Gevolg: diverse bouwprojecten zijn per direct stil komen te liggen. Naar schatting 18.000 bouw- en infrastructurele projecten liggen stil. Daarnaast is er een nieuw probleem bovenop gekomen, PFAS. PFAS zijn in verscheidene producten toegepast en komen veelvuldig in de bodem, bagger en het oppervlaktewater voor. Ze zijn schadelijkheid voor de volksgezondheid.
Inmiddels is er voor PFAS nieuwe regelgeving vastgesteld. Er mag 0,8 microgram PFAS per kilo droge grond voorkomen, dan mag de grond worden verplaatst. Deze hoeveelheid is al gauw bereikt.
Voor stikstof geldt geen drempelwaarde. Indien het project stikstofdepositie op een 'Natura 2000' gebied kan veroorzaken, dan wordt geen vergunning verleend.
Als een project 'op slot' zit door één van de voormelde problemen, dan is het mogelijk dat een bedrijf zijn personeel niet aan het werk kan houden. Dat kan op korte termijn bij veel bedrijven gaan voorkomen. De laatste keer dat dit massaal voorkwam, was tijdens de recessie van 2009-2011. Toen paste de regering de regeling van de werktijdverkorting en deeltijd-WW toe.
In de kern is werktijdverkorting en deeltijd-WW een tijdelijke maatregel die de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan nemen in tijden van crisis. Hierbij blijft een werknemer volledig in dienst van zijn werkgever, maar wordt zijn werk gereduceerd. Voor de uren waarin niet gewerkt wordt, biedt het UWV compensatie in de vorm van een WW-uitkering.
De deeltijd-WW is komen te vervallen in 2011. De regeling werktijdverkorting is (nog) niet van toepassing op PAS/PFAS crisis. Het kabinet heeft nu nog geen definitieve beslissing genomen over het ‘noodpakket’ voor onder andere de bouw. Dit komt omdat de coalitiepartijen op details nog van mening verschillen, zoals hoe het recht op deeltijd-WW of werktijdverkorting precies moet worden vormgegeven. De verwachting is echter wel dat de regeling werktijdverkorting zal worden opengesteld voor deze kwestie. Op basis van de meest recente regeling gelden daarbij de volgende eisen.
Om voor werktijdverkorting in aanmerking te komen, moet eerst een vergunning worden aangevraagd bij het Ministerie SZW. Hierbij zal worden getoetst of een bedrijf is getroffen door een bijzondere situatie die buiten het ondernemersrisico valt. Het lijkt meest logisch dat de PAS/PFAS crisis hiervoor kwalificeert. Voorts moet worden aangetoond dat er naar verwachting voor een periode van minimaal 2 tot maximaal 24 weken minstens 20% minder werk aanwezig is.
Indien de vergunning is verleend heeft deze een geldigheidsduur van 6 weken (en kan maximaal 3 keer worden verlengd tot 24 weken). Hiermee kan vervolgens via UWV – na de vergunningsperiode- een tijdelijke WW-uitkering worden aangevraagd wegens werktijdverkorting. Dit betekent aldus dat een werknemer letterlijk minder (of helemaal niet) hoeft te werken, waarbij de werknemer een WW-uitkering krijgt om het inkomen aan te vullen, mits hij aan de voorwaarden voor de reguliere WW voldoet. Indien daarvan geen sprake is, draagt de werkgever het risico (lees: de loondoorbetaling) zelf. Rekening moet worden gehouden dat er ook geen WW wordt toegekend voor werknemers die ziek zijn voordat een vergunningsperiode ingaat. De werkgever betaalt het loon dan als gebruikelijk door.
Ook dient er rekening gehouden te worden met het feit dat de werknemer tijdens werktijdverkorting dezelfde plichten heeft als tijdens een gewone WW-uitkering, met uitzondering dat de werknemer in de eerste 6 weken in ieder geval niet hoeft te solliciteren. Van belang is dat de WW-uitkering die de werknemer tijdens de vergunningsperiode geniet, wel zal worden verrekend met zijn opgebouwde rechten. De consequentie van werktijdverkorting is dus wel dat een WW-uitkering gedurende die periode mindering wordt gebracht op de opgebouwde WW-rechten. Hierdoor heeft een werknemer in een later stadium -bijvoorbeeld na ontslag- mogelijk aanspraak op een kortdurende uitkering. Het grootste voordeel van werktijdverkorting voor de werknemer is, naast inkomenscompensatie, natuurlijk gelegen in behoud van werkgelegenheid.
In hoofdzaak dient werktijdverkorting (alsook deeltijd-WW) ter voorkoming van massale ontslagen onder werknemers. Deze ‘korte termijn maatregelen’ lossen de ‘stikstofcrisis’ an sich niet op. Het vormt hooguit symptoombestrijding van problemen ontstaan uit het PAS/PFAS-beleid. Tijdelijk kan worden voorkomen dat honderden, zo niet duizenden bouwvakkers hun baan verliezen.
Uitgekeken wordt dan ook naar maatregelen in het ‘noodplan’ met meer een oog op de lange termijn alsmede een direct effect. Een voorbeeld hiervan is het recentelijk overeengekomen verlagen van de maximumsnelheden op enkele snelwegen.
Voor meer informatie over de PAS/PFAS-crisis kunt u contact opnemen met het team Vastgoed en het team Arbeidsrecht van VDB Advocaten.