Op 25 april 2020 is de Spoedwet ‘Tijdelijke wet verlenging tijdelijke huurovereenkomsten’ in werking getreden. Op 20 mei 2020 heeft Minister Ollongren aangekondigd dat zij een besluit voorbereid om de Spoedwet te verlengen met twee maanden.
Verlenging Spoedwet
De Spoedwet geeft verhuurders en huurders de mogelijkheid om tijdelijke huurcontracten die aflopen in de periode van 1 april 2020 tot en met 30 juni 2020, tijdelijk te verlengen met maximaal drie maanden (maar uiterlijk tot en met 1 september). In de regeling is de mogelijkheid ingebouwd om de Spoedwet te verlengen in het geval de coronacrisis na 1 juli 2020 naar verwachting nog steeds voort zal duren.
In het door de regering geschetste tijdspad worden de laatste versoepelingen van coronamaatregelen hoogst waarschijnlijk ingevoerd op 1 september 2020. De einddatum van de Spoedwet zou hiermee samenvallen, nu de op basis van de Spoedwet verlengde huurcontracten op 1 september 2020 zouden aflopen. Tijdelijke huurcontracten die aflopen in juli en augustus zouden daarmee niet onder de werking van de Spoedwet vallen. Minister Ollongren wil huurders meer rust en ruimte bieden bij het zoeken naar vervangende woonruimte door de Spoedwet te verlengen met twee maanden.
Achtergrond Spoedwet
Op grond van het geldende huurrecht kan een huurovereenkomst woonruimte die voor bepaalde tijd is gesloten op dit moment niet opnieuw voor een bepaalde tijd worden voortgezet. Een verlenging van een tijdelijke huurovereenkomst wordt volgens artikel 7:271 lid 1 BW opgevat als een verlenging voor onbepaalde tijd, met volledige huurbescherming tot gevolg.
Omdat niet alle verhuurders hun pand voor onbepaalde tijd zullen willen verhuren, is dit voor veel verhuurders een reden om aflopende huurcontracten op te zeggen. Dit bracht een onwenselijke situatie teweeg gezien het feit dat er door de coronacrisis veel huurders zijn die vanwege de afloop van een tijdelijke huurovereenkomst hun woning moeten verlaten, maar die niet kunnen verhuizen. In deze tijden is het voor huurders namelijk moeilijk om andere woonruimte te vinden. Met de Spoedwet wil minister Van Veldhoven (Milieu en Wonen) voorkomen dat huurders met een tijdelijk huurcontract tijdens de coronacrisis op straat komen te staan.
Belangrijke aspecten van de Spoedwet
Op basis van de Spoedwet kunnen tijdelijke huurcontracten waarvan de termijn verstrijkt na 31 maart 2020 en vóór 1 juli 2020 op verzoek eenmalig worden verlengd voor een aaneensluitende periode van één, twee of drie maanden. Deze verlenging wordt gezien als een eenmalige verlenging.
Aanbod tot verlenging
Het aanbod tot verlenging kan worden gedaan op verzoek van huurder dan wel op verzoek van verhuurder. Aandachtspunt hierbij is dat voor verlenging op verzoek van de verhuurder altijd toestemming is vereist van de huurder. De Spoedwet heeft namelijk niet als doel om de huurder tegen zijn wil in voor een langere termijn te binden aan een huurovereenkomst.
Informatieverplichting verhuurder
Een verhuurder is op grond van artikel 7:721 lid 1 BW verplicht om de huurder niet eerder dan drie maanden maar uiterlijk een maand voor het verstrijken van de termijn te informeren over de einddatum van de huurovereenkomst. De Spoedwet bepaalt dat de verhuurder verplicht is om tegelijk met het informeren over de einddatum de huurder te wijzen op de mogelijkheid om de huurovereenkomst te verlengen. De huurder dient vervolgens binnen een week na deze schriftelijke kennisgeving van de verhuurder een verzoek in te dienen tot verlenging met één, twee of drie maanden. Doet de huurder dat niet (op tijd), dan loopt de huurovereenkomst af tegen het aangezegde einde.
Let als verhuurder dus goed op dat u deze extra informatieverplichting in acht neemt! Zolang de verhuurder niet voldoet aan deze informatieplicht, gaat de hiervoor genoemde termijn van een week niet lopen. Dit betekent concreet dat indien de verhuurder een huurder niet heeft gewezen op de mogelijkheden van de Spoedwet, de huurder het verzoek tot verlenging later dan een week na de aanzegging mag indienen.
NB: indien de hiervoor bedoelde aanzegging van de einddatum van de huurovereenkomst is gedaan vóór 12 maart 2020, dan is verlenging van de tijdelijke huurovereenkomst slechts mogelijk met wederzijds instemmen van partijen.
Weigeringsgronden
Indien een huurder een verlengingsverzoek indient, heeft de verhuurder een week de tijd om het verzoek te weigeren. Doet de verhuurder dit niet (op tijd), dan wordt de huur verlengd overeenkomstig het voorstel van de huurder. Een verhuurder mag een tijdelijke verlenging weigeren:
- Indien de verhuurder de woning heeft verkocht en zich heeft verplicht de woning vrij van huur dient over te dragen;
- Indien de verhuurder de woning reeds opnieuw verhuurd heeft en de ingangsdatum van deze nieuwe huurovereenkomst ingaat binnen de door de huurder verzochte verlengingstermijn;
- Indien de verhuurder de woning zelf wil betrekken omdat hij geen andere woonruimte meer heeft;
- Indien de verhuurder de woning wil renoveren, welke renovatie zonder huurbeëindiging niet mogelijk is;
- Indien de verhuurder de woning wil slopen;
- Indien de huurder zich niet heeft gedragen zoals een goed huurder betaamt.
Contact
Heeft u vragen over verlenging of beëindiging van tijdelijke huurcontracten? Neem dan gerust contact op met de huurrechtspecialisten van VDB Advocaten! Wij kunnen u bijvoorbeeld ook helpen bij het formuleren van een kennisgeving met informatie over een tijdelijke verlenging of het opstellen een allonge voor een tijdelijke verlenging van de huurovereenkomst.