Vanuit de sectie Privacy, IT en IE zullen wij vanaf heden regelmatig aandacht besteden aan een vraag die in onze praktijk voorbij komt en interessant is om breder te delen. De vraag die deze keer centraal staat, ziet op de reikwijdte van een Bibob screening in relatie tot de privacy wetgeving.
Situatieschets
Indien vergunningen of subsidies worden aangevraagd, een onderneming zich inschrijft voor een aanbestedingsopdracht of vastgoed verkoopt aan de gemeente, dan mag de gemeente onderzoek doen naar de achtergrond van uw bedrijf om te voorkomen dat de gemeente criminele activiteiten faciliteert. Dit onderzoek wordt een integriteitsonderzoek op grond van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) genoemd.
In het kader van voornoemd onderzoek kunnen door de gemeente ook vragen omtrent de wijze van financiering van de onderneming worden gesteld, waarbij ook gevraagd kan worden om afgifte van geldleningsovereenkomsten tussen uw onderneming en bijvoorbeeld een vermogende private geldverstrekker.
Dit verzoek kan een onderneming in een lastige positie brengen. Indien de onderneming de geldleningsovereenkomst niet ter beschikking stelt aan de gemeente, dan weigert de gemeente mogelijk de vergunning. Indien de onderneming de geldleningsovereenkomst wel ter beschikking stelt aan de gemeente, maakt zij mogelijk inbreuk op de privacybelangen van haar vermogende private geldverstrekker, zoals de wens van de private geldverstrekker om anoniem te blijven.
De vraag
Is een onderneming verplicht persoonsgegevens van een vermogende private geldverstrekker aan de gemeente ter beschikking te stellen in het kader van een vergunningsaanvraag?
Antwoord
Ja, een onderneming zal aan het verzoek van de gemeente gehoor moeten geven. Naar onze mening zijn er in beginsel geen uitzonderingen mogelijk waar een beroep op gedaan kan worden. Bovendien wordt een wettelijke verplichting in de AVG ook als een rechtmatige verwerkingsgrond voor het verstrekken van de persoonsgegevens aangemerkt (artikel 6 lid 1 sub c AVG).
Dit neemt niet weg dat in het geval van een verplichte verstrekking u rekening moet houden met de algemene beginselen inzake gegevensverwerking (art. 5 AVG) waarbij ook oog is voor de belangen van de private financier. Dit betekent concreet dat u er verstandig aan doet:
- in de geldleningsovereenkomst op te nemen dat de geldleningsovereenkomst en de persoonsgegevens van de geldverstrekker verstrekt kunnen worden aan gemeentes c.q. overheidsinstanties ten behoeve van vergunningsaanvragen (wettelijke informatieplicht). De geldverstrekker weet dan op voorhand dat een verstrekking mogelijk aan de orde is en komt niet voor verrassingen te staan;
- te informeren bij de gemeente of enkel het verlenen van inzage in de geldleningsovereenkomst ook voldoende is, zodat het ter beschikking stellen voorkomen kan worden (minimale gegevensverwerking en beginsel van proportionaliteit);
- te informeren of bij de gemeente passende technische en organisatorische maatregelen zijn getroffen om de bescherming van de persoonsgegevens te waarborgen (integriteit en vertrouwelijkheid). De gemeente is verplicht om hierover openheid van zaken te geven. Als de beveiliging niet op orde is, dan kan dat een reden zijn de verstrekking op te schorten dan wel op een andere manier te regelen (zie ook hiervoor).
Heeft u vragen of wilt u meer weten? Neem dan contact op met één van onze collega’s van de sectie Privacy, IT en IE.