Eindstation voor de villatax?

Eindstation voor de villatax?
Advocatuur, Belastingadvies, Blog 14 augustus 2024

Wie een eigen woning bezit, verheugt zich over de aftrek van hypotheekrente voor de inkomstenbelasting. Maar er is ook een nadeel in de vorm van de bijtelling van het zogenoemde huurwaardeforfait. Dat is een vast inkomensbedrag dat een percentage is van de WOZ-waarde van het pand. De bijtelling begint voor het jaar 2024 bij 0,10 % en loopt dan op tot 0,35 % bij een WOZ-waarde van € 75.000. Vroeger bleef het percentage verder constant, maar vanaf 2008 is voor dure woningen een extra schijf ingevoerd van thans 2,35%. Die hogere bijtelling geldt nu vanaf een woningwaarde van € 1.310.000.

 

Ik geef een cijfervoorbeeld om te laten zien hoe dat uitpakt. Ik neem drie woningen met een waarde van respectievelijk € 1.300.000, € 1.500.000 en € 2.000.000. In de kleine tabel hieronder laat ik zien wat de bijtelling voor elk pand is en hoeveel deze beloopt per € 100.000 waarde. Verondersteld is dat er geen aftrekbare hypotheekrente is.

 

WOZ-waarde 1.3 mio 1.5 mio 2 mio
Bijtelling forfait € 4585 € 9285 € 20.035
Bijtelling per € 100K € 353 € 619 € 1.002

 

De laatste regel uit de tabel toont aan dat de maatregel lijkt op een extra progressielijn in het tarief van de belasting. Een andere zienswijze is dat de wetgever een dam wilde opwerpen tegen als excessief beschouwde rente-aftrek.

 

De heersende opvatting is echter dat de wetgever bij dure woningen een beleggingsintentie vermoedde en belasting wilde heffen over de veronderstelde waardeaangroei. Voor de eigen woning gold en geldt immers niet de rendementsheffing van box 3, omdat dit vermogensbestanddeel wordt belast in box 1. De ‘villatax’ is dus een soort buitenplaats van box 3: heffing naar een veronderstelde jaarlijks vaste waardeaangroei van vermogen.

 

Dat maakt de heffing even kwetsbaar als die van box 3. Weliswaar is de veronderstelling dat dure woningen eerder - mede - als beleggingsobject worden gekocht, niet per se uit de lucht gegrepen. Wel is zij in strijd met het gelijkheidsbeginsel omdat zij geen rekening houdt met de aanzienlijke onderlinge verschillen in waardeaangroei van woningen, en ook in strijd met het recht van eigendom omdat zij geen rekening houdt met de feitelijke waardeaangroei.

 

Hieruit volgt dat er een serieuze kans bestaat dat de belastingrechter de heffing in strijd zal achten met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Alhoewel over rechterlijke uitspraken geen harde voorspellingen kunnen worden gedaan, lijkt het heel verstandig om bezwaar te maken tegen de heffing en zonodig vervolgens ook beroep in te stellen.

 

Aangezien naar verluidt in Nederland 200.000 woningen liggen met een WOZ-waarde boven € 1.310.000, zouden best eens tienduizenden bezwaarschriften over deze kwestie kunnen worden ingediend. Wanneer dat inderdaad gebeurt, bestaat ook de mogelijkheid dat de staatssecretaris van Financiën de zogenoemde massaal-bezwaar procedure in werking stelt. In zo’n geval worden enkele van die vele bezwaren en beroepen ‘uitgeprocedeerd’ tot de Hoge Raad. Wanneer de Hoge Raad arrest heeft gewezen, geldt zijn beslissing ‘automatisch’ ook voor alle andere zaken die waren aangehouden. Voor die klagers is dat efficiënt en relatief voordelig.

Terug

Neem contact op

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel of wenst u meer informatie over een van onze diensten? Neem vrijblijvend contact met ons op!

Neem contact op