De onderzoekers in de SNS-enquêteprocedure verlangen inzage in informatie (opgenomen in notulen) uitgewisseld met een advocaat of notaris. SNS weigert. Is die weigering terecht? De Hoge Raad geeft antwoord.
“Dames en heren, welkom bij de cursus ‘vertrouwelijkheid in enquêtezaken’!
De Ondernemingskamer heeft een onderzoek bevolen inzake SNS REAAL N.V. en SNS Bank N.V. (SNS). De onderzoekers in kwestie wensen inzage te krijgen in informatie die SNS heeft uitgewisseld met een advocaat of notaris. De betreffende informatie is opgenomen in notulen, bestuursbesluiten en correspondentie. SNS weigert inzage te geven. Volgens SNS komt haar met betrekking tot gedeeltes van de opgevraagde documenten een beroep toe op een van advocaten en notarissen afgeleid verschoningsrecht.
In zijn arrest van 3 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:600 behandelt de Hoge Raad de volgende vraag: “mag SNS weigeren om de onderzoekers inzage te geven in informatie die is uitgewisseld met een advocaat of notaris en is opgenomen in notulen, bestuursbesluiten en correspondentie?” Nou, wat denkt u, dames en heren? … Juist, dat mag!
Geheimhoudingsplicht en (afgeleid) verschoningsrecht
De Hoge Raad overweegt dat onderzoekers het recht hebben tot raadpleging van de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers waarvan zij de kennisneming nodig achten voor een juiste vervulling van hun taak. De rechtspersoon waarop de enquête betrekking heeft, is verplicht om mee te werken aan het onderzoek. Advocaten en notarissen hebben een geheimhoudingsplicht. Deze geheimhouders hoeven als hoofdregel dan ook geen informatie te verschaffen aan onderzoekers. Dat is het verschoningsrecht. Medewerkers van advocaten en notarissen hebben een van die geheimhouders afgeleid verschoningsrecht.
Rechtspersoon heeft geen verschoningsrecht
De rechtspersoon daarentegen heeft geen afgeleid verschoningsrecht. De rechtspersoon kan zich echter wél met recht beroepen op de vertrouwelijkheid van bepaalde informatie die hij met zijn advocaat of notaris in diens hoedanigheid heeft uitgewisseld. Dat beroep kan volgens de Hoge Raad ook slagen indien de advocaat of notaris zich ter zake van deze informatie niet op het verschoningsrecht beroept. Ook notulen en schriftelijk vastgelegde bestuursbesluiten kunnen − aldus de Hoge Raad − met de advocaat of notaris in zijn hoedanigheid uitgewisselde vertrouwelijke informatie bevatten. Stel dat de rechtspersoon beweert dat de informatie die de onderzoekers verlangen zich in de vertrouwenssfeer tussen de rechtspersoon en diens advocaat of notaris bevindt en daarom verborgen dient te blijven. In dat geval moeten de onderzoekers in de gelegenheid zijn om te (laten) toetsen of die bewering juist is.
Waarheidsvinding vs vertrouwelijkheid
Dames en heren, het gaat hier om twee maatschappelijke belangen. Het ene maatschappelijke belang is dat in rechte de waarheid aan het licht komt. Dit belang staat tegenover het maatschappelijke belang dat een ieder zich tot een advocaat of notaris kan wenden zonder dat hetgeen besproken wordt ‘op straat komt te liggen’. Het door de onderzoekers nagestreefde belang van de waarheidsvinding dient in het geval van SNS te wijken voor het belang van de vertrouwelijkheid.
O, excuses. Ik ben weer eens te lang aan het woord. Dank voor uw aandacht!”