Op 29 mei 2017 is op Europees niveau een richtlijn (“Anti-Tax Avoidance Directive 2”) aangenomen die maatregelen voorschrijft teneinde belastingontwijking door middel van zogenoemde kwalificatieverschillen (“hybride mismatches”) te bestrijden. Hybride mismatches zijn situaties waarin (internationaal opererende) bedrijven gebruik maken van de verschillen tussen landen in de fiscale behandeling en/of fiscale stelsels van lichamen, instrumenten en vaste inrichtingen met het oogmerk een belastingvoordeel te behalen. De richtlijn ziet, in tegenstelling tot ATAD1, ook op landen buiten de Europese Unie.
Structuren met hybride mismatches hebben vaak als gevolg dat een vergoeding enerzijds
aftrekbaar is, terwijl de daarmee corresponderende opbrengst niet in het land van ontvangst wordt belast. Een ander mogelijk gevolg van een hybride mismatch is dat een bepaalde vergoeding meerdere malen fiscaal aftrekbaar is. Het gebruik van deze hybride mismatchstructuren kan dus belastingontwijking met zich brengen.
Het tot voor kort bekendste voorbeeld: Moedervennootschap (VS) houdt een belang in een Nederlandse besloten Commanditaire Vennootschap (CV). In Nederland wordt de winst van een CV fiscaal toegerekend aan participanten (in dit geval: VS moedervennootschap). De winst wordt bij de moeder in de VS niet direct in de heffing betrokken. Dit heeft tot gevolg dat het belasten van de vergoeding kan worden uitgesteld en de belasting tijdelijk wordt ontweken.
Deze richtlijn dient uiterlijk 31 december 2019 in het Nederlandse recht te worden geïmplementeerd, waarmee het probleem van belastingontwijking op Nederlands niveau zal worden aangepakt. In het huidige conceptwetsvoorstel zijn onder andere maatregelen opgenomen zoals het weigeren van de aftrek van een vergoeding (indien niet belast in het betalende land), dan wel het heffen van belasting over een vergoeding waarover een aftrek is verleend (in het betalende land). Bovendien kunnen Nederlandse fiscaal transparante lichamen mogelijk worden aangemerkt als belastingplichtige in Nederland. Deze maatregelen zullen volgens het conceptwetsvoorstel deel uit gaan maken van de Wet op de vennootschapsbelasting. De beoogde nieuwe regeling ziet op structuren waar enerzijds Nederland bij betrokken is en anderzijds een andere Europese staat of een “derde staat”.
Voor het opzetten dan wel wijzigen van uw/een vennootschapsstructuur kunt u contact opnemen met de sectie ondernemingsrecht van VDB Advocaten Notarissen.