Op 25 maart 2020 heeft de Tweede kamer een wetsvoorstel ingediend om de Telecommunicatiewet te wijzigen. Deze wijziging ziet op de invoering van een opt-in-systeem voor ongevraagde telefonische telemarketing.
Hiermee geeft de wetgever gehoor aan klachten van velen als gevolg van ongevraagde telemarketing. De redenen van dit voorstel tot wetswijziging zijn onder andere, vele klachten over ongevraagde telemarketing, de ophanden zijnde nieuwe Europese ePrivacytichtlijn en de problemen ten aanzien van de handhaafbaarheid van de huidige wetgeving waardoor niet effectief toezicht kan worden gehouden door ACM.
Van opt-out-systeem naar opt-in-systeem
De huidige wetgeving voorziet in een opt-out-systeem. Dit houdt in dat consumenten in beginsel mogen worden benaderd voor telemarketingdoeleinden, tenzij de consument heeft aangegeven niet te willen worden benaderd (denk hierbij aan het Bel-me-niet-register).
In het wetsvoorstel is dit omgedraaid middels een opt-in-systeem. De belangrijkste wetswijziging houdt dan ook in dat telefonische telemarketing, gericht op natuurlijke personen (let op: dit ziet niet alleen op consumenten, onder natuurlijke personen vallen ook eenmanszaken, vennootschappen onder firma en commanditaire vennootschappen), alleen toegestaan zal zijn wanneer hier expliciet toestemming voor is gegeven.
Wanneer is geen opt-in vereist?
Er bestaan twee uitzondering op het opt-in systeem. Er hoeft geen toestemming te worden gevraagd indien er sprake is van een:
- Klantrelatie-uitzondering: Indien een onderneming of goed doel de contactgegevens van een klant heeft ontvangen in het kader van de verkoop van zijn product of dienst of in het kader van een schenking, mag zij deze contactgegevens gebruiken voor telemarketing met betrekking tot gelijksoortige producten of diensten.
Het is dan ook toegestaan om een klant die bijvoorbeeld een abonnement heeft op een weekendkrant telefonisch of via e-mail een aanbod doen voor een weekkrant. Het is niet toegestaan om deze klant een aanbod te doen voor bijvoorbeeld puzzelboekjes.
Indien een bestaande klant geen informatie wenst te ontvangen kan de klant hiertegen verzet aantekenen (dit is o.a. geregeld in artikel 21 van de Algemene Verordening gegevensbescherming, de ‘AVG’). De onderneming dient de klant te informeren over dit recht van verzet. Indien een klant gebruikmaakt van dit recht, mag de onderneming de klant niet meer benaderen voor telemarketingdoeleinden, tenzij zij toestemming heeft van de klant. Hoe het recht van verzet zal moeten worden aangeboden zal middels zelfregulering door sectorpartijen en bracheorganisaties nader worden vastgesteld. - Algemene toestemming: Voor telemarketing bestemde en bekendgemaakte elektronische contactgegevens mogen zonder specifieke toestemming worden gebruikt. Dit zijn bijvoorbeeld de contactgegevens die een natuurlijk persoon op een openbaar toegankelijke website plaatst, mits daarbij nadrukkelijk is aangegeven dat deze gegevens voor telemarketingdoeleinden mogen worden gebruikt. Gegevens van een eenmanszaak in het KvK-register voldoen hier bijvoorbeeld niet aan.
Overige aandachtspunten in wetvoorstel
Ook zijn in het wetsvoorstel de volgende wijzigingen vermeldenswaardig te signaleren:
- Bescherming van alle natuurlijke personen
De bescherming van de telemarketingregels zullen niet alleen gelden voor ‘abonnees’ (dus de persoon op wiens naam de elektronische communicatiedienst, zoals een telefoonabonnement, staat) maar voor alle natuurlijke personen, dus ook eenmanszaken, vennootschappen onder firma, commanditaire vennootschappen en maatschappen.
- Beperking termijn ‘klantrelatie-uitzondering
Er zal een termijn komen waarbinnen ondernemingen klanten mogen benaderen op basis van de ‘klantrelatie-uitzondering’. Sectorpartijen en bracheorganisaties zullen eerst gezamenlijk de mogelijkheid krijgen deze termijn middels zelfregulering vast te stellen. Indien dit onvoldoende verbetering oplevert, zal de mogelijkheid bestaan om bij algemene maatregel van bestuur (amvb) een termijn te stellen. Deze termijn zal gelden náást de algemene bewaartermijn uit de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).
Concreet betekent het verstrijken van de termijn die kan worden gesteld op grond van de Telecommunicatiewet uitsluitend dat de onderneming het telefoonnummer niet meer mag gebruiken om de betreffende natuurlijke persoon te bellen voor telemarketingdoeleinden. Als de ondernemer na het verstrijken van de termijn echter nog een ander belang heeft voor het verwerken van de persoonsgegevens, dan staat de Telecommunicatiewet daar niet aan in de weg. - Omkering van de bewijslast
De bewijslast ten aanzien van de verkregen toestemming/klantrelatie komt bij de telemarketeer te liggen (de bewijslast dat er daadwerkelijk een telefoongesprek tot stand was gekomen met een ‘abonnee’ ligt momenteel bij ACM). - Kenbaarheid telemarketeer
Telemarketinggesprekken mogen niet anoniem plaatsvinden (het telefoonnummer waarmee de telemarketeer belt moet bijvoorbeeld zichtbaar zijn). - Niet ongevraagd om toestemming vragen
Het is niet toegestaan om natuurlijke personen te benaderen (via bijvoorbeeld WhatsApp, e-mail of telefonisch) om hen te verzoeken toestemming te geven voor telemarketing. Dit wordt op zichzelf aangemerkt als ongevraagde telemarketing.
Heeft u vragen over dit wetsvoorstel? Wij beantwoorden uw vragen graag. Vanzelfsprekend volgen wij de ontwikkelingen op de voet.